Hospice De Schelp in Krommenie staat voor de grote opgave om voor een tweede vestiging in Zaandam minstens zeventig vrijwilligers te werven die de bewoners bijstaan in hun laatste weken en dagen. ,,Doe het maar’’, zeggen de vrijwilligers uit Krommenie. ,,Je komt er om iets brengen maar je neemt ook zoveel voor jezelf mee.’’
Het ruikt nog een beetje naar een tandartsenpraktijk en de wachtkamer met receptie zijn er ook nog. Over een half jaar opent Het Tij, de Zaandamse versie van hospice De Schelp in Krommenie, in een riante bungalow in de Schoenerstraat. Voorzitter Corrie Noom is helemaal in haar nopjes. In haar hoofd is het al helemaal af. Ze ziet de kamers voor zich, elk met eigen sanitair. De rustige huiskamer en de keuken die er nieuw in komt. De tuin waar bewoners buiten kunnen zitten maar toch niet te kijk zitten. Corrie twijfelt nog over een uitgang naar het Darwinpark. ,,Het zou heerlijk zijn als mensen met een rolstoel een rondje door het park kunnen maken.’’
,,We hebben eigenlijk maar twee problemen. Dat zijn voldoende mensen en sponsors. Om onze plannen hier uit te voeren hebben we sponsors nodig. En om te kunnen functioneren hebben we veel vrijwilligers nodig.’’
Vertrouwen
Het lijkt natuurlijk eng om vrijwilliger te worden in een huis waar mensen komen wonen om dood te gaan. Tenminste, zo voelde het voor Anita van der Kuij voordat zij er aan begon. Maar wat is zij daar op teruggekomen. Wat haar vooral goed doet, is het vertrouwen dat zij krijgt. ,,Ik ben wel eens naast iemand gaan zitten die over haar toeren was en het heel benauwd had. Ik heb haar hand vast gepakt en we hebben gepraat, maar we zijn vooral stil geweest. Ik denk dat het wel anderhalf uur geduurd heeft maar toen was zij helemaal rustig en tevreden. Het is zo waardevol dat je dat voor iemand kunt doen.’’
(Tekst gaat door onder de foto)
,,Er zijn’’, noemt Mirjana van Zeijderveld het. ,,Er wordt gauw gedacht dat je van alles moet kunnen, maar er zijn is het belangrijkste. In het begin dacht ik dat het vooral ging om wat ik deed en dat het ook allemaal perfect moest zijn. Ik heb een keer erg mijn best gedaan op een beschuitje, maar het gebit van die man lag nog in de badkamer, daar had ik niet aan gedacht. Ik vond dat toen een blunder maar dat is niet waar het hier om gaat. Je moet er zijn en je mag fouten maken.’’
Biecht
Het meest werd Mirjana getroffen door een vrouw die haar vertelde dat zij zo blij was toen haar man er niet meer was. ,,Dat had zij nooit tegen iemand durven zeggen en dat zei zij tegen mij. Ik was echt overweldigd door het vertrouwen dat zij mij gaf. Het voelde aan als een soort biecht. Je komt hier als vrijwilliger om iets te brengen maar soms ga je met zoveel naar huis.’’
Marijke Veenboer kan nog zo het gesprek terug halen dat zij had met een vrouw die vond dat zij veel verkeerd had gedaan in haar leven. ,,Wat moet ik daarop antwoorden, dacht ik.. Ik wist het niet en ik heb alleen maar geluisterd en zij praatte. Na een tijdje bedankte zij mij dat ik naar haar geluisterd had. Dat zijn mensen waarvan je iets leert en die mij altijd bij blijven.’’
Rust
Toen Kim Penning als vrijwilliger in het hospice kwam, schaatste zij nog op hoog niveau en was zij – en nu nog steeds – sportpsycholoog. ,,Ik vind de rust zo heerlijk. Ik kom dan uit een hectische wereld en ga dan even terug naar het ritme van de dag. Ik vind het samenwerken met de anderen ook zo fijn. Het is heel dankbaar werk en ik ga eigenlijk altijd naar huis met het gevoel dat ik lekker gewerkt heb.’’
Vrijwilligers werken per week een half dagdeel. Ze kunnen dat zelf inplannen en dat maakt de combinatie met een baan makkelijk. Voor Marcel van der Kuij ligt het iets anders. Als klusjesman is zijn werk niet altijd planbaar in vaste diensten. Is dat niet raar om met je boormachine in een hospice rond te lopen? ,,Helemaal niet. Er zijn klussen die gewoon moeten gebeuren. Ik kom ook bij mensen in de kamer en het is nooit een probleem.
Inschrijven als vrijwilliger kan hier.
Dit artikel is eerder verschenen in het Noordhollands Dagblad (19-5-2022)
Tekst: Rob Swart
Foto’s: Erik Rietman